Rijden met gladheid: 10 tips om veilig je bestemming te bereiken

1. Check het weerbericht en je route

Bekijk voor vertrek altijd de actuele weersverwachting en verkeersinformatie. Het KNMI geeft waarschuwingen uit in de vorm van code geel, oranje of rood bij gladheid. Deze codes geven aan hoe ernstig de gladheid is en hoeveel hinder of gevaar je onderweg kunt verwachten. Bij code rood is de kans op ongelukken het grootst en kan worden geadviseerd om thuis te blijven.

Apps zoals Buienradar en Weeronline zijn ideaal voor het opzoeken van de kans op neerslag en ijzel. Voor een overzicht van actuele wegomstandigheden kun je terecht op Rijkswaterstaat Verkeersinformatie en ANWB Verkeersinformatie. Zo weet je niet alleen hoe het weer zich ontwikkelt, maar ook waar het verkeer vastloopt en welke routes je beter kunt vermijden.

2. Maak de auto volledig ijs- en sneeuwvrij

Ga je de weg op met winters weer? Zorg dan dat alle ruiten, spiegels, koplampen én het autodak schoon zijn. Sneeuw op het dak kan namelijk naar voren schuiven bij het remmen of achterliggers verblinden tijdens het rijden.

Het rijden met bevroren ruiten is gevaarlijk én strafbaar. Gebruik een goede ijskrabber, antivriesvloeistof en eventueel een ruitontdooier.

3. Rij met aangepaste snelheid en extra afstand

Uit analyses van de OECD en het International Transport Forum blijkt dat snelheid niet alleen de kans op een aanrijding vergroot, maar ook de ernst van de gevolgen bepaalt. In het rapport Speed and Crash Risk (2018) staat dat de kans op dodelijk letsel bij een frontale botsing op 70 km/u ruim vier keer groter is dan bij 50 km/u. Een klein verschil in snelheid kan dus letterlijk het verschil maken tussen letsel en overlijden.

Daar komt bij dat je remweg op glad wegdek veel langer is. Waar je bij 50 km/u normaal na zo’n 30 meter stilstaat, kan dit bij ijzel oplopen tot wel 120 meter. Houd daarom minstens zes seconden afstand tot je voorligger en pas je snelheid aan. Zo verklein je de kans op kop-staartbotsingen aanzienlijk.

4. Trek gecontroleerd op

Bij een ijzige ondergrond kunnen je wielen direct doorslippen, waardoor je nauwelijks vooruitkomt of zelfs in de slip raakt. Trek daarom altijd rustig op, liefst in de tweede versnelling bij een handgeschakelde auto. Geef weinig gas en laat de koppeling geleidelijk opkomen.

Rijd je in een automaat? Schakel dan (als je deze optie hebt) de ‘winterstand’ in. De auto start dan automatisch in een hogere versnelling, waardoor de kans op doorslippen kleiner wordt.

5. Rem niet in bochten

Zorg dat je vóór iedere bocht al bent afgeremd. In de bocht zelf remmen vergroot het risico op slippen. Laat het gas los, stuur beheerst en geef pas weer gas zodra je de bocht uit komt. Probeer abrupte stuurbewegingen te vermijden. Hoe stabieler je stuurt, hoe beter je de grip behoudt.

6. Een noodstop bij slippen

Kom je in een slip terecht, stop dan met gas geven en trap de koppeling in. Zo verbreek je de aandrijving en voorkom je dat je wielen nog meer kracht krijgen. Richt je blik op de plek waar je naartoe wilt en stuur rustig die kant op.

Remmen tijdens het slippen wordt afgeraden, maar het kan natuurlijk zijn dat je toch een noodstop moet maken. Trap in dit geval krachtig de rem in. Heeft je auto ABS (een antiblokkeersysteem), dan blijft de auto bestuurbaar. Rijd je zonder ABS, rem dan met korte pulsen. Hard intrappen, even loslaten en herhalen. Zo krijgen de wielen telkens de kans om opnieuw grip te vinden.

Veel mensen schrikken van de trilling in het rempedaal die een ABS kan veroorzaken. Toch is deze trilling precies de bedoeling. Het systeem remt namelijk met zeer korte pauzes, die als trilling aanvoelen. Juist door dit effect wordt de controle behouden.

7. Gebruik winterbanden met een goed profiel

Winterbanden zorgen voor meer grip bij temperaturen onder de 7°C en verkorten je remweg op sneeuw en ijs aanzienlijk. Kies voor banden met minimaal 4 mm profieldiepte en de juiste bandenspanning. Twijfel je over de juiste spanning? Neem dan contact op met de fabrikant of vraag het na bij je garage.

In Nederland zijn winterbanden niet verplicht, maar wel sterk aan te raden als je in de winter veilig de weg op wilt. Ben je benieuwd hoe je je banden verwisselt? Lees dan verder in onze blog over het wisselen van winterbanden.

8. Rijd op de rechterrijstrook

Op de snelweg is de rechterrijstrook niet alleen rustiger, maar ook veiliger bij gladheid. Je hebt de vluchtstrook dichtbij voor noodgevallen en kunt makkelijker uitwijken bij een eventuele slip. Bovendien rijd je met minder druk van inhalend verkeer, wat stress en onverwachte manoeuvres voorkomt.

9. Volg de strooiwagens

Strooiwagens rijden altijd eerst op hoofdwegen. Wie achter een strooiwagen rijdt, rijdt dus op relatief veilig terrein. Houd wel voldoende afstand: de gestrooide pekel wordt pas na enkele minuten effectief.
Benieuwd waar de strooiwagens zich bevinden? Op de live strooikaart van Rijkswaterstaat kun je de strooiwagens op jouw route live volgen.

10. Controleer je autoverzekering

Loop je schade op door gladheid, dan dekt alleen een WA volledig casco (all risk) verzekering de kosten aan je eigen auto. Een WA-verzekering vergoedt alleen schade aan anderen en met WA beperkt casco kun je alleen een vergoeding verwachten bij bepaalde externe oorzaken. Slippen valt hier helaas niet onder.

Let op: nalatigheid, zoals rijden met onzichtbare ruiten of versleten zomerbanden bij sneeuw, kan gevolgen hebben voor de dekking.

Lees je polisvoorwaarden goed na en vergelijk je verzekering opnieuw als je twijfelt of je wel de juiste dekking hebt.

Checklist rijden bij gladheid

Klaar voor vertrek? Neem de onderstaande checklist nog even door. Zo heb je de belangrijkste punten vers in het geheugen en voorkom je verrassingen onderweg: